De botten en beenderen van je geraamte geven je lichaam stevigheid en steun. Je hebt ongeveer 208 botten in je lichaam en als je die niet zou hebben, zou je als pudding in elkaar zakken. Ieder bot heeft een eigen vorm en maat precies berekend zijn op de taak die het moet verrichten. De ruggengraat bijvoorbeeld is opgebouwd uit 26 afzonderlijke botjes, de wervels. Iedere wervel kan maar een klein beetje bewegen dankzij de speciale verbindingen aan de bovenkant en onderkant ervan. Maar de ruggengraat als geheel is zo buigzaam, dat je met gestrekte knieën je tenen kunt aanraken, en dat je je bovenlichaam een heel eind kunt draaien als je achterom wilt kijken. Dat komt doordat alle kleine bewegingen van de wervels samen 1 grote beweging mogelijk maken.
De botten in je armen en benen zijn lang en stevig, evenals de draagbalken van een huis. Aan de uiteinden, waar ze op de andere botten aansluiten, zijn ze voorzien van dikke ronde knoppen die soepel in de uitsparing van andere botten kunnen ronddraaien.
Sommige botten, bijvoorbeeld de schouderbladen en de bekken, hebben de vorm van grote platte platen. Doordat ze zo groot zijn, is er veel plaats voor bevestiging van spieren. Het zijn de sterke spieren waarmee je je armen en benen beweegt. Ook je borstbeen is breed en plat.
De vele kleine botten in je handen en voeten worden bewogen door een heleboel spieren. Daardoor kun je ze heel nauwkeurig bewegen, bijvoorbeeld om een speld op te rapen, of om op een voet je evenwicht te bewaren. Meer dan de helft van je botten is te vinden in de polsen, handen, enkels en voeten.
OEFENING 1
OEFENING 2
OEFENING 3
Neem zeker ook eens een kijkje op de site van MIKADO !